
๐ฟ Morfologie
๐ Groeiomstandigheden
๐ Herkomst en familie
๐พ Toepassingen
Let op: Ondanks de zorgvuldigheid bij het opstellen van deze fiche is het essentieel om verschillende bronnen te raadplegen voordat u een plant gebruikt of consumeert. Bij twijfel, raadpleeg een gekwalificeerde professional
Permacultuur toepassingen
De vruchten zijn eetbaar en kunnen vers worden gegeten, verwerkt tot jam, sap, of gebak. De bladeren kunnen worden gebruikt voor thee. In de permacultuur kan de struik dienen als een levende barriรจre, bodembedekker (hoewel invasief), en biedt ze nectar en pollen voor bestuivers. Ook vormt ze een schuilplaats voor dieren.
Permapeople beschrijving
Rubus procerusAlgemene beschrijving: Een grote, klimmende doornstruik, bereikend tot 5-8 meter hoogte, met krachtige, vaak boogvormig overhangende stengels. De stengels zijn bezet met grote, gebogen doorns.Bladeren: De bladeren zijn samengesteld uit drie of vijf deelblaadjes, donkergroen en gerimpeld. De bovenkant is ruw behaard, de onderkant dicht witachtig behaard. De deelblaadjes zijn eirond tot elliptisch, met een toegespitste punt en een onregelmatig gekartelde rand.Bloemen: De bloemen staan in grote, losse trossen. Elke bloem is ongeveer 2-3 cm in doorsnede, met vijf witte bloemblaadjes en talrijke meeldraden.Vruchten: De vruchten zijn zeer grote, langwerpige bramen, tot 5-8 cm lang en 2-3 cm breed. Ze zijn aanvankelijk rood, maar worden diepzwart bij rijpheid. De vruchten hebben een zoetzure smaak en zijn rijk aan vitamine C.Habitat en verspreiding: Oorspronkelijk afkomstig uit de Himalaya, groeit op vochtige, goed doorlatende grond in bossen en langs rivieroevers.Gebruik: De vruchten worden vers gegeten, verwerkt in jam, gelei, taarten en wijn. De jonge scheuten kunnen gekookt worden als groente. De plant wordt soms gebruikt als bodembedekker of om heggen te vormen, maar vereist stevige ondersteuning vanwege de grootte en klimneiging. Heeft potentieel voor commerciรซle teelt vanwege de grote vruchten.Cultuur: Vereist een zonnige tot halfschaduwrijke standplaats en een rijke, goed doorlatende grond. Regelmatig water geven, vooral tijdens droge periodes. Snoeien is noodzakelijk om de groei te beheersen en de vruchtproductie te stimuleren. Winterbescherming kan nodig zijn in koudere klimaten.
Botanische beschrijving
De Armeense braam (Rubus armeniacus) is een snelgroeiende, meerjarige struik behorend tot de rozenfamilie (Rosaceae). Ze kenmerkt zich door haar lange, stekelige stengels die meterslang kunnen worden. De bladeren zijn samengesteld uit vijf deelblaadjes, die gezaagd en donkergroen van kleur zijn. De bloemen zijn wit tot roze en verschijnen in de zomer. De vruchten zijn donkerpaarse tot zwarte bramen, die in de late zomer en herfst rijpen.
Combinatieteelt
Vanwege haar invasieve aard is het moeilijk om 'goede' buren aan te wijzen. Voorzichtigheid is geboden bij het planten in de buurt van kwetsbare of langzaam groeiende planten. Het is belangrijk om de groei van de braam in toom te houden om te voorkomen dat ze andere planten overwoekert.
Vermeerderingsmethoden
De Armeense braam kan worden vermeerderd door middel van zaad, wortelstekken, afleggen en scheuren van de wortelstokken. Stekken van halfrijp hout in de zomer zijn ook mogelijk. Zaad vereist stratificatie voor een succesvolle kieming.
Geschiedenis en tradities
Oorspronkelijk afkomstig uit Armeniรซ, is de Armeense braam in de 19e eeuw naar Noord-Amerika gebracht en heeft zich sindsdien over de hele wereld verspreid. Hoewel de vruchten gewaardeerd worden, wordt de plant in veel gebieden als een invasieve soort beschouwd vanwege haar snelle groei en vermogen om inheemse vegetatie te verdringen. Traditioneel werden bramen gebruikt voor medicinale doeleinden, zoals bij de behandeling van diarree en keelpijn.
Gebruikskalender
Bloei: juni - augustus. Oogst: augustus - oktober. Planten: herfst of voorjaar. Snoeien: winter, om dode en beschadigde takken te verwijderen en de groei te bevorderen.